Menu zijbalk widget gebied

Dit is een voorbeeldwidget om te tonen hoe het menu zijbalk widget gebied er standaard uitziet. Je kunt aangepaste widgets toevoegen vanuit de widgets in de beheer.

De Energietransitie Uitgelegd – energietransitiestrategie.nl

Inleiding

De SDE++-regeling is dé motor achter de groei van duurzame energie en CO₂-reductie in Nederland. Toch blijft het mechanisme voor veel bedrijven en professionals een black box. In dit artikel leggen we in begrijpelijke taal uit hoe de regeling werkt, voor wie deze bedoeld is, hoe de financiering in elkaar steekt en wat je moet weten om succesvol subsidie aan te vragen. We gaan in op veelgemaakte valkuilen, delen actuele cijfers en geven tips — zodat je optimaal voorbereid bent op de volgende ronde.

Wat is de SDE++?

De SDE++ is een exploitatiesubsidie: je krijgt geen vergoeding voor de aanschaf van installaties, maar voor de werkelijke productie (of vermeden CO₂-uitstoot) gedurende maximaal 12 tot 15 jaar — afhankelijk van de techniek. De regeling verving in 2020 de oude SDE en SDE+ en staat sindsdien open voor een breder palet aan technieken, van grootschalige zon en wind tot geavanceerde CO₂-reductieopties. De SDE++ opent jaarlijks, maar de periode verschilt per jaar. In 2025 is de openstelling van 7 oktober t/m 6 november. Voor 2026 is voorlopig opnieuw circa € 8 miljard voorzien; de definitieve vaststelling volgt in de jaarlijkse besluitvorming.

Voor welke technologieën staat de SDE++ in 2025 open?

De SDE++ 2025 is opengesteld voor projecten in vijf domeinen. Per domein gelden categorie-specifieke voorwaarden:

Hernieuwbare elektriciteit:

  • Wind (o.a. op land, met hoogtebeperking en op waterkering).
  • Waterkracht.
  • Zon-PV (gebouwgebonden en veldopstellingen; met netlevering/transportindicatie-eisen).
  • Let op: Wind op zee valt buiten SDE++; daarvoor bestaan aparte tenders/regels.

Hernieuwbare warmte:

  • Biomassavergisting (alles- en co-vergisting, incl. varianten bij RWZI).
  • Biomassaverbranding (hoogwaardige warmte).
  • Compostering.
  • Zonthermie.
  • Diepe geothermie.

Hernieuwbaar gas:

  • Allesvergisting en monomestvergisting (met opwerking voor invoeding).
  • RWZI-slibgisting (verbeterd/bestaand, incl. gasopwerking).
  • Biomassavergassing (naar methaan voor netinvoeding).

CO₂-arme warmte:

  • Aquathermie.
  • (Industriële/procesgeïntegreerde) warmtepompen.
  • PVT-panelen met warmtepomp.
  • Elektrische boiler (o.a. stadsverwarming en industrie, incl. hoge-temperatuuropslagvariant).
  • Geothermie met warmtepomp.
  • Restwarmtebenutting.

CO₂-arme productie:

  • Waterstof uit elektrolyse (netgekoppeld of via directe lijn; 2025-voorwaarden afgestemd op EU-regels).
  • Waterstof uit afval (categorie-specifiek).
  • CO₂-afvang en -opslag (CCS).
  • CO₂-afvang en -gebruik (CCU) in de glastuinbouw.
  • Geavanceerde hernieuwbare transportbrandstoffen.

Praktisch: de exacte categorieën/parameters worden ieder jaar in de openstellingsregeling en RVO-brochure gespecificeerd. Check altijd de jaargang 2025 voor detailvoorwaarden, ondergrenzen en documenteisen.

Voor wie is de SDE++?

De regeling is bedoeld voor bedrijven, instellingen en ontwikkelaars die de installatie exploiteren. Alleen de beoogd producent mag aanvragen. Projecten worden gerangschikt op laagste subsidie-intensiteit (€/tCO₂): wie met relatief weinig subsidie veel CO₂ kan besparen, staat vooraan.

Het mechanisme: basisbedrag en correctiebedrag

De kern is simpel én slim. De overheid vergoedt het verschil tussen de kostprijs van duurzame opwek/CO₂-reductie (het basisbedrag) en de marktwaarde van de geproduceerde energie of vermeden CO₂ (het correctiebedrag). Bij lage marktprijzen is de subsidie hoger; bij hoge prijzen lager — en soms nul.

Voorbeeld (zon-PV):

SituatieBasisbedrag BMarktprijs (≈ C)Subsidie per kWhTotale opbrengst
Lage prijs€ 0,10€ 0,05€ 0,05€ 0,10
Hoge prijs€ 0,10€ 0,12€ 0,00€ 0,12

Hoe komt het basisbedrag tot stand? Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekent jaarlijks kostprijzen (LCOE) per categorie. Daarbij tellen CAPEX, OPEX, productieprofiel, levensduur, financieringslasten en een normrendement mee. Het correctiebedrag volgt de marktprijzen en wordt jaarlijks verrekend in de nacalculatie.

Stappenplan: van idee tot uitbetaling

1) Voorbereiden

Zorg dat je vergunningen onder de Omgevingswet op orde zijn (bouw/technische bouwactiviteit, milieubelastende activiteit, waar relevant water en natuur; geothermie via Mijnbouwwet). Bij gefaseerde vergunningen moeten de relevante fasen/onderdelen worden meegestuurd. Sinds 2025 is voor alle zon-PV-projecten ook een haalbaarheidsstudie verplicht (dus óók < 1 MWp). Daarnaast moet je bij elektriciteitsprojecten een positieve transportindicatie van de netbeheerder overleggen — zonder die indicatie wordt je aanvraag niet behandeld.

2) Indienen (gefaserde openstelling)

De openstelling kent meerdere fases met oplopende €/tCO₂-grenzen. Strategisch indienen in de laagst haalbare fase verbetert je positie in de rangschikking.

3) Beschikking & realisatie

Na toekenning bouw je binnen de realisatietermijn van jouw categorie. Oplevering → meetinrichting → inbedrijfname.

4) Productie & betaling

Je ontvangt maandelijkse voorschotten op basis van verwachte productie. Jaarlijks volgt nacalculatie op basis van de gemeten productie en het definitieve correctiebedrag (eventueel terug- of nabetalen).

Budget, verplichtingen en kas: hoe loopt het geld?

Het jaarlijks aangekondigde bedrag (bijv. € 8 mld in 2025) is een juridische verplichting voor alle toegekende projecten van dat jaar, uitgesmeerd over de looptijd. De kasuitgaven volgen later en bewegen mee met productie en marktprijzen. In ‘normale’ jaren liepen de kasuitgaven op tot ruim € 2,3 mld (2021). Door de extreme marktprijzen in 2022 en afrekeningen/terugontvangsten in 2023–2024 daalden de uitgaven scherp; 2024 sloot rond € 49 mln. De financiering loopt via de energiebelasting (de vroegere ODE is geïntegreerd), de verantwoordelijkheid ligt bij EZK, de uitvoering bij RVO.

Veelgemaakte valkuilen — en hoe je ze voorkomt

  • Transportindicatie te laat geregeld: het net zit in veel regio’s vol. Begin hier direct mee.
  • Onvolledige vergunningen: één ontbrekend onderdeel kan je aanvraag doen stranden.
  • Te optimistische aannames: bouw prijs- en productiescenario’s in, inclusief curtailment en onderhoud.
  • Vergeten haalbaarheidsstudie bij PV: sinds 2025 altijd verplicht — ook voor kleinere daken.

Slimme aanvragtips

  • Fase-tactiek: mik op de laagst haalbare fase.
  • Netstrategie: denk vroeg na over aansluitvariant (MS/HS), cable pooling en congestiemanagement.
  • Contracten & risico’s: PPA-strategie (vast/float), O&M-afspraken, verzekeringen, leverzekerheid componenten.
  • Pre-check: overweeg een RVO-voorbespreking of een onafhankelijke second opinion op je dossier.

Veelgestelde vragen

Krijg ik het toegekende bedrag in één keer? Nee, uitbetaling loopt over de subsidieperiode en is gebaseerd op werkelijke productie en het correctiebedrag.

Geldt de haalbaarheidsstudie ook voor kleinschalige zon-PV? Ja, sinds 2025 voor alle PV-projecten.

Wat gebeurt er bij hoge marktprijzen? De subsidie daalt of valt weg; je verdient dan direct aan de markt.

Hoe groot is de kans op toekenning? Dat hangt af van je fasekeuze, dossierkwaliteit, netcapaciteit en de budgetdruk in jouw domein/categorie.

Samenvatting

De SDE++ vergoedt de onrendabele top tussen kostprijs en marktprijs. Met een volledig dossier (vergunningen, transportindicatie, haalbaarheidsstudie), een realistische businesscase en een slimme fasekeuze vergroot je je kans op toekenning én borg je stabiele cashflows in de exploitatie.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.