Door Energietransitie-Strategie.nl – juni 2025
Aanleiding van het rapport
In 2024 vroeg de Europese Commissie aan Mario Draghi – voormalig president van de Europese Centrale Bank – om een plan te maken voor een toekomstbestendige Europese economie. Europa heeft te maken met een afnemende productiviteitsgroei, hoge energieprijzen en toenemende geopolitieke afhankelijkheden. Het Draghi rapport The Future of European Competitivenes analyseert deze trends en biedt een strategie om Europa concurrerend en strategisch zelfstandig te houden. Energie speelt hierin een centrale rol.
Algemene strekking van Draghi’s analyse
Draghi benoemt drie hoofduitdagingen: een innovatiekloof met andere machtsblokken, instabiele energieprijzen die investeringen belemmeren, en een gebrek aan samenhang in Europees economisch beleid. Zijn aanbeveling: meer Europese samenwerking, zowel op het gebied van financiering en innovatie als op energie- en industriebeleid. De interne markt moet worden versterkt en publieke investeringen in infrastructuur en netwerken moeten fors omhoog.
Energieaanbevelingen: algemeen, hernieuwbaar, kernenergie
Algemeen. Europa moet volgens het Draghi rapport structureel lagere energieprijzen realiseren. Dat vraagt om collectieve inkoop van gas met lange looptijden, betere opslagcapaciteit en snellere uitrol van grensoverschrijdende elektriciteitsnetten. Ook moeten prijspieken worden afgevlakt door vraagsturing vanuit industrie en opslag. Cruciaal hierbij is dat Draghi netinfrastructuur benoemt als een Europees publiek goed: iets wat alle lidstaten gezamenlijk moeten opbouwen, financieren en beheren. Volgens het rapport is decentrale, nationale aanpak te traag en onvoldoende afgestemd op grensoverschrijdende vraagstukken. Draghi pleit daarom voor centrale Europese financiering, bijvoorbeeld via EU-obligaties, om grootschalige netinvesteringen versneld mogelijk te maken.
Hernieuwbaar. Vergunningen zijn volgens het rapport een knelpunt. Draghi stelt voor om Renewable Acceleration Areas aan te wijzen, waarin goedkeuringstrajecten sterk worden versneld. Bedrijven moeten toegang krijgen tot langjarige, stabiele stroomcontracten (zoals PPA’s en CfD’s), ondersteund met staatsgaranties. Zo kunnen investeringsrisico’s omlaag en projecten sneller starten. Essentieel is ook de gelijktijdige investering in netten en opslag om overschotten en tekorten op te vangen.
Kernenergie. Naast zon en wind blijft kernenergie volgens Draghi nodig als betrouwbare bron. Hij pleit voor levensduurverlenging van bestaande centrales én ontwikkeling van kleine modulaire reactoren (SMR’s). Europese samenwerking op het gebied van vergunningstandaarden en risicodeling via co-financiering moet de doorlooptijd en kosten verlagen.
Gevolgen voor Nederland: beleidsmatige duiding en impact voor bedrijven
Beleid.
Energieprijzen verlagen:
Steeds meer (energie-intensieve) bedrijven sluiten hun fabrieken in Nederland of verlagen de productie. De hoge energieprijzen, in vergelijking met omliggende landen, laat staan landen als de VS en China, spelen hierbij een belangrijke rol. Minister Herman Hermans (KGG) heeft daarom een pakket met extra maatregelen aangekondigd om de prijzen voor de industrie te verlagen. Ook kijkt ze of de nettarieven omlaag kunnen.
CO2 arme energieproductie:
Nederland werkt al aan een forse uitbouw van wind op zee en wil de bouw van vier nieuwe kerncentrales mogelijk maken, en dat de bestaande kerncentrale in Borssele langer openblijft. Draghi’s voorstellen sluiten goed aan bij deze ambities. De Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) vormen de basis voor snellere vergunningverlening. Daarnaast is het programma Energiehoofdstructuur in voorbereiding, dat grote energieprojecten efficiënter moet coördineren. De uitvoering staat echter nog aan het begin; doorlooptijden van netuitbreidingen blijven langer dan gewenst terwijl de wachtlijst met bedrijven die een aansluiting willen blijft oplopen.
Voor wat betreft kernenergie volgt Nederland twee sporen: de bouw van conventionele kerncentrales en Small Modular Reactors (SMR). Nederland is aangehaakt bij de Europese SMR-alliantie en heeft gekozen voor een programatische SMR aanpak waarbij de overheid vooral een faciliterende rol speelt. Momenteel is de zoektocht naar mogelijke afnemers van SMR’s en een locatie nog in volle gang zoals is te lezen in de brief (16 juni 2025) over de voortgang van het programma.
Bedrijven. Draghi’s pleidooi voor staatsgaranties op langjarige stroomcontracten sluit aan bij zorgen van Nederlandse bedrijven. Een generieke garantiefaciliteit is er nog niet. De Tweede Kamer heeft in het voorjaar van 2025 wel aangedrongen op de invoering van zo’n garantiefonds voor PPA’s. Dit sluit aan bij een eerder onderzoek van Rebel dat is uitgevoerd in opdracht van InvestNL. Dat rapport concludeerde dat een PPA-garantiefonds ‘van grote meerwaarde’ zou zijn voor de toekomstige ontwikkeling van wind- en zonne-energieprojecten. Het kabinet komt uiterlijk deze zomer met een voorstel. Zoals eerder gezegd, komt de regering ook tegemoet aan de wens om de nettarieven te verlagen en kunnen bedrijven uit bepaalde sectoren gebruik maken van de IKC regeling die de (indirecte) kosten van het ETS (Europese Emissiehandelssysteem) compenseert.
Op het gebied van flexibiliteit en opslag zet Nederland ook stappen. De Strategische Aanpak Batterijen mikt op 5 tot 10 GW opslagvermogen in 2035. Inmiddels staan ruim 40 projecten in de pijplijn en is er €300 miljoen subsidie beschikbaar. Ook voor elektrolyseprojecten is subsidie vrijgemaakt die waarschijnlijk zullen resulteren in 300 tot 800 MW aan capaciteit in 2030. Echter is dit nog ver verwijdert van het doel uit het klimaatakkoord uit 2019 van 3.000 tot 4.000 MW.
Nederland steunt bovendien actief de gezamenlijke Europese gasinkoop via het AggregateEU-platform. Tegelijk zijn deze volumes nog beperkt vergeleken met het totale verbruik. Ook lijkt Europa de afhankelijkheid van Russisch gas in te ruilen voor afhankelijkheid van LNG uit de VS.
Er worden dus goede initiatieven ontplooit vanuit de EU en Nederland die aansluiten op de aanbevelingen uit het Draghi rapport maar de uitvoering gaat te traag. Door deze acties versneld uit te voeren, benut Nederland niet alleen zijn eigen potentieel voor energiezekerheid en lagere energieprijzen uit CO2 arme bronnen, maar draagt het ook bij aan de bredere Europese veerkracht en concurrentiekracht – precies waar Draghi’s rapport op mikt.
