Menu zijbalk widget gebied

Dit is een voorbeeldwidget om te tonen hoe het menu zijbalk widget gebied er standaard uitziet. Je kunt aangepaste widgets toevoegen vanuit de widgets in de beheer.

Geplaatst op 6 mei 2025 – geüpdatet met 2024‑cijfers, van het Ministerie van EZK (nu KGG) en marktobservaties

Kern van de discussie

BNR huiseconoom Han de Jong beweert dat elektriciteit duurder wordt naarmate het aandeel wind en zon toeneemt. Onze analyse op basis van 2024‑groothandelsprijzen én de brief van het Ministerie van EZK (nu KGG) van 3 april 2024 laat zien dat dit voor de energiemarkt (wholesale) niet klopt, maar dat netwerkkosten en afgeschaft beleid de totale rekening kunnen verhogen.

Belangrijkste 2024‑cijfers (wholesale)

LandWholesale € /MWhWind+Zon‑aandeel %
Nederland77,246
Duitsland79,648
Frankrijk57,712
Italië108,522
Spanje63,043
Denemarken70,861
Polen96,323
Zweden35,826
VS34,515
China6014

Bronnen: EPEX, Nord Pool, OMIE, GME/IPEX, Ember 2025, IEA 2024.

Netwerkkosten en beleid (EZK‑brief 3‑apr‑2024)

Het ministerie van EZK (nu KGG) becijferde dat de totale elektriciteitskosten
voor een grootverbruiker in Nederland in 2024 circa € 95 /MWh bedragen
– 15‑66 % hoger dan in Duitsland, Frankrijk en België. Dat verschil
ontstaat vooral door hogere nettarieven (+€ 18 /MWh) en het schrappen
van de VCR‑korting (kortingsregeling op nettarieven voor grootverbruikers van elektriciteit) en IKC‑compensatie (regeling waarmee de overheid bepaalde industrieën compenseerde voor indirecte kosten van CO₂-uitstoot die via de elektriciteitsprijs worden doorberekend). Het aandeel wind en zon speelt
hierin geen directe rol; tarief‑ en steunbeleid wel.

Analyse

• Geen positieve trend: landen met het hoogste wind‑ en zonaandeel (Spanje, Denemarken, Nederland) zitten niet systematisch in de top van het prijscluster.
• Belangrijker prijsdrivers blijven aardgasprijzen en Europese emissie (ETS)-kosten; dat patroon bevestigt zich ook in 2024. Over de periode 2000‑2024 zijn de grote prijspieken in Europa bijna volledig te herleiden tot de schokken in aardgas‑ en CO₂‑prijzen in 2021‑2023; dat bevestigen zowel de IEA‑Electricity Market Report 2023 als de kwartaalrapporten van de Europese Commissie.
• Zweden en de VS tonen lage prijzen bij matig hernieuwbaar aandeel dankzij waterkracht en goedkoop gas (merit-order-effect).
• Italië is een uitzondering: relatief duur door gasimportafhankelijkheid en netwerkstructuur.

Conclusie

De stelling dat ‘meer wind en zon altijd leidt tot hogere stroomprijzen’ houdt geen stand. Het aandeel hernieuwbare energie in Nederland (en andere landen met veel hernieuwbare bronnen) heeft de elektriciteitsprijs eerder gedrukt dan verhoogd, via het merit-order effect. Worden netkosten, belastingen en geschrapte kortingen meegenomen, dan kan de eindfactuur in Nederland wel hoger uitvallen dan in buurlanden, maar dat heeft te maken met nationale tariefstructuren en niet met de opmars van hernieuwbare energie zelf. De kern van het prijsverschil zit niet in wind en zon, maar in beleid rondom netten en belastingen, hoge gasprijzen en ETS kosten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.